Wat ik leerde over…koppigheid

Ymkje van der Haar is gedragsdeskundige/orthopedagoog diagnostiek bij Lievegoed. Als zij vertelt dat ze werkt met mensen en kinderen met een verstandelijke beperking, is de reactie vaak: “wat goed van jou!” Terwijl het voor haar juist een groot geluk in haar leven is dat ze met deze mensen en kinderen mag werken. In deze blog deelt ze over de kleine en grote leermomenten in haar werk.

Nee

Timo is vol overgave fruit in de bakjes aan het doen. De begeleider vraagt of hij het wil opruimen. Met een zwaai gooit hij alles over de tafel en roept hard nee. Hij rent weg, gaat in de gang op de grond liggen en trapt om zich heen. De begeleider gaat bij hem zitten en wil dat hij komt opruimen. Hij laat koppig gedrag zien en dan is het belangrijk om niet toe te geven.

Koppigheid

Dit soort situaties komen dagelijks voor in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Ze doen zo denken aan dat kind van twee dat iets niet wil of juist wel en krijsend op de supermarkt vloer ligt. “Ik ben twee en ik zeg nee.” Een hele gezonde fase in de ik-ontwikkeling, wat voor de opvoeders soms heel uitdagend kan zijn.

Sociaal emotionele behoeften

De vraag die ik in deze situaties ben gaan stellen is: hoe past dit gedrag in de sociaal emotionele ontwikkeling van een cliënt? Want onder hetzelfde gedrag kan een hele andere motivatie en behoefte liggen. Zeker als de cliënt al veel levenservaring heeft en ook cognitieve en verbale mogelijkheden, dan lijkt het aan de buitenkant al snel dat iemand iets expres doet en manipuleert.

Emotionele ontwikkeling

Voor Timo gaan we met begeleiders en zijn ouders zijn emotionele ontwikkeling in kaart brengen. Al snel blijkt dat het aanpassen aan de wereld om hem heen erg intensief voor hem is. Ook ervaart hij veel veiligheid in de nabijheid van de vertrouwde begeleider en wordt het spannend voor hem als die niet beschikbaar is.

Motivatie gedrag

De fruit-escalatie kwam niet doordat hij zijn Ik aan het ontwikkelen is, maar doordat de emmer aan het einde van de dag vol gelopen was. De instructie doorbrak een evenwicht op een moment dat hij dat zo hard nodig had. Zijn gedrag was een manier van ontladen en hij communiceert ermee: ‘help mij weer in balans te komen en wees beschikbaar’. Doordat we de motivatie van het gedrag nu beter begrijpen, kunnen we hem nu ook op zulke momenten beter bieden wat hij nodig heeft.