Het belang van warmte

Aafke Brouwer is gedragsdeskundige bij Lievegoed. Zij heeft zes jaar gewerkt op locatie Salvia in Driebergen, waar volwassenen met een verstandelijke beperking wonen. Sinds een jaar werkt ze op het KDC Marjatta in Den Haag. Zij heeft een aantal jaar geleden de basismodule  antroposofie van AAG  gevolgd en voor haar eindwerkstuk is ze het thema warmte ingedoken. In deze koude wintermaand, willen we daar graag meer over weten. 

Wat wekte jouw interesse in het thema warmte?
Toen was ik zwanger van onze oudste dochter, ging ik mij bezighouden met wat een baby nodig heeft de eerste tijd. Wol en wol-zijde kleding worden in de antroposofie veel gebruikt en ik werd heel nieuwsgierig waarom eigenlijk. Het thema warmte kwam naar voren.

Kan je iets vertellen over de vier niveaus van warmte?
Het eerste niveau is de fysieke warmte. Dat gaat over hoe koud of warm je aanvoelt. Dit wordt de eerste 7 jaar ontwikkeld en moet nog helemaal voor een jong kind verzorgd worden. Het tweede niveau is de energiehuishouding. Dat gaat over het etherlichaam en alle lichamelijke processen. Ook gaat dit over de beleving van de warmte, je kan dit niet bij iemand ander voelen. Zit je lekker in je vel?
Het derde niveau is de ontmoetingswarmte. Dit gaat over het astraallichaam en gaat over de hechtingsontwikkeling. Heb je fijne mensen om je heen en word je liefdevol verzorgd?
Het vierde niveau gaat over enthousiasme. Dit gaat over het IK. Als iemand warmloopt voor iets, is dat heel besmettelijk. De warmte wordt dan overgedragen op de omgeving.

Hoe verhouden die niveaus zich tot elkaar?
Ze werken op elkaar in. Als je een goed plan bedacht hebt, dan verbindt dat met andere mensen. Je voelt dat in je lichaam, je krijgt rode wangen en je wordt fysiek onrustig, omdat je aan de slag wilt. Het werkt ook andersom, als je heel koud en verkleumd bent, niet behaaglijk, dan is het bijna onmogelijk om warm te lopen. Je komt dan niet tot ideeën.

Wat kan je doen als iemand niet goed warm is?
Je kan starten met de fysieke warmte, door het letterlijk aanbrengen van warmte met een kruik, deken en wollen en zijde kleding. Ook fijne oliën en inwrijving en massage kunnen iemand verwarmen. Maar bijvoorbeeld helpt het ook om iemand te laten bewegen. Tevens kan je met voeding veel. Niet alleen voeding met warme temperatuur, maar ook voedingsmiddelen die in de zon gegroeid zijn, zoals bloemen en granen, fruit. Die verwarmen meer dan een knol die onder de grond groeit. Als iemand niet zo enthousiast is, kan je kijken of je eerst de fysieke warmte kan verzorgen. Ook kan je naar de energiehuishouding kijken. Is het ritme van de dag passend bij diegene en eet hij voldoende? Je kan de andere, vaak lagere, niveaus aanspreken, om een niveau sterker te maken.

Kan je een voorbeeld noemen van een cliënt waarbij je naar de warmte hebt gekeken?
Er was een cliënt en zij had veel stuwing in de stemming. Dat heeft vaak te maken met teveel aan warmte op bepaalde momenten. Om de warmte beter te verdelen is zij wollen onderkleding gaan dragen en pantoffels aan in plaats van schoenen. Ook kreeg zij inwrijvingen van de antroposofische verpleegkundige. Door een gezonde warmte huishouding kwam haar stemming meer in balans.

En tot slot, waar word jij warm van in je werk?
Ik word er warm van, als ik een stuk enthousiasme kan overbrengen. En als ik zie dat anderen daar warm van worden. Als ik kinderen blij zie zijn en als ik gewoon zie dat het fijn gaat op de groep.

Dankjewel Aafke!

Geïnterviewd door Ymkje van der Haar, gedragsdeskundige bij Lievegoed.