Wat ik leerde over…ontvankelijk zijn

Ymkje van der Haar is gedragsdeskundige/orthopedagoog diagnostiek bij Lievegoed. Als zij vertelt dat ze werkt met mensen en kinderen met een verstandelijke beperking, is de reactie vaak: “wat goed van jou!” Terwijl het voor haar juist een groot geluk in haar leven is dat ze met deze mensen en kinderen mag werken. In deze blog deelt ze over de kleine en grote leermomenten in haar werk.

Een paar jaar geleden had ik een advies gesprek met de ouders van Thijs over de diagnostiek. Ik had ze leren kennen als ouders die een goed beeld van hun zoon hadden. Als ik vraag hoe het voor hen was om het verslag te lezen, vertelt zijn moeder: “Toen we het de eerste keer lazen, dachten we alleen maar bij alles: dit klopt niet, dat heeft ze niet goed gezien en we herkennen hem niet. Tot we het verslag weglegden en ons beseften dat het zo confronterend voor ons was om zo zwart op wit zijn niveau te lezen. Toen dat gezakt was en we het verslag een paar dagen later lazen, konden we ons wel helemaal herkennen in het beeld.”

Deze ouders leerden mij, om nog bewuster te zijn van de impact van een verslag. Soms kan al  één woord zo confronterend kan zijn, dat het brein van de lezer in de overleefstand schiet. Dan gaat de vechtrespons aan en zullen ouders alles bekritiseren wat er geschreven wordt. Als de vluchtmodus actief wordt, dan zullen ouders, vaak onbewust, het verslag bijvoorbeeld vergeten te lezen of is het heel lastig om een afspraak te maken. En de bevriezing kom ik tegen in dat ouders fysiek wel aanwezig zijn tijdens een gesprek, maar dat het lijkt alsof ik tegen een ijswand aanpraat.

En geloof me, ik heb het allemaal geprobeerd. Een moeder die in de vecht modus zit, overtuigen dat het verslag echt wel klopt. Iemand die vlucht, stalken om echt de afspraak te maken. En met een bijtel door de ijswand van die afwezige vader heen slaan, proberen door te dringen. Wat natuurlijk weinig effect had.

Dit gesprek met de ouders van Thijs, maakte mij zo bewust dat het eerst om erkennen van de stress gaat die het verslag gegeven heeft. Soms geeft dat al zoveel ruimte, dat het brein van ouders weer ontvankelijk wordt voor het gesprek. Vaak ook niet, dan zit er nog zoveel oude spanning en pijn op van al die professionele meningen die ouders al in het leven van hun kind gekregen hebben. En dat vraagt begrip en het tempo van ouders volgen binnen mijn professionele kaders. Als ik merk dat het gesprek niet goed heeft kunnen landen, maak ik vaak nog een belafspraak. Zodat ik op een later moment, als de spanning wat gezakt is, het verslag verder kan toelichten. En dan is het vertrouwen dat er een zaadje is gepland, die misschien nu nog niet tot een bloei komt, maar ooit voldoende water en zon krijgt.